Tag: Ziekte Page 1 of 2

Een positieve(re) update

Laat ik na zestien nogal sombere maanden en afgeschermd leven, starten met het positieve nieuws. Mijn man heeft een nieuwe baan! Ja dat is inderdaad iets te snel, hij was ook nog niet gestart met solliciteren. Maar dit werd hem nog net niet zo aangeboden, sluit goed bij hem aan, is dichtbij (niet meer zoals normaal uren in de file heen en uren in de file terug), in een week was alles al beklonken en voor in kon zinken wat er was gebeurd, is hij vandaag al gestart. Het zal nog wel even passen en meten worden maar kansen zijn er om te grijpen nietwaar? We moeten er allemaal nog even aan wennen behalve de hond, die verviel gek genoeg meteen in het oude ritme van anderhalf jaar geleden.

Komen we bij het volgende goede nieuws, de hond begint goed op te knappen! Het is een start maar toch. Had ik al verteld dat hij een akelige ontsteking in zijn nek had, na de antibioticakuur bleef er nog een naar uitziende bult over. Tot overmaat van ramp kreeg hij twee dagen na de kuur verschrikkelijk diarree die niet over ging maar waar na een paar dagen tot onze schrik bloed bij zat. Dus weer met spoed naar de dierenarts.  Zal alle rottige details en de 101 wanhoopspogingen er iets van eten met of zonder probiotica in te krijgen, besparen. Zondag bleek een Rodi worst een schot in de roos en krijgt hij (niets te vroeg) weer genoeg voeding en voedingsstoffen binnen. En was dat al een klein feestje waard, vandaag kwam er nog wat slap maar heuse hondenpoep uit. Je kan maar ergens blij mee zijn inderdaad. Hij moet nog verder herstellen, terug wat in gewicht aankomen en het is even afwachten wanneer we een biopt van de bult kunnen laten nemen. Hopelijk blijft het een stijgende lijn, het ziet er in elk geval zonnig uit. Met bijzonder veel dank aan mijn lieve vriendin Annemiek. Die ik in geen jaren life gezien heb maar ontzettend lief en gul de dierenarts kosten op zich heeft genomen zodat we ons daar niet druk over hoeven te maken.

Tja en nu? We moeten financieel nog eventjes doormodderen tot de eerste salaris betaling eind juli. De tandarts afspraak heb ik maar even afgezegd tot die tijd (hopelijk red ik dat, ik heb nu geen kiespijn) en met de donaties die we tot nog toe hebben gehad, spant het er een beetje om of we het nipt gaan redden. Daarna wordt het nog veel inhalen. Ik slaap nu bijvoorbeeld bijna een jaar op de kapotte bank beneden omdat we mijn versleten matras nog niet hebben kunnen vervangen en we lopen op meer vlakken nog even achter de feiten aan. Maar dan komen we in elk geval weer zelfstandig rond en kunnen we langzaam proberen de dingen te vervangen.

Heb daarom besloten de donatie actie tot die tijd open te laten staan in de hoop dat er in het zicht van de haven misschien nog een klein beetje hulp binnen komt. Wil wel alvast iedereen die ons tot hier heeft gedragen, onnoemelijk bedanken. Zonder uw hulp was het vorig jaar al finaal mis gegaan en waren we gewoonweg verdronken in de financiële problemen bovenop de coronacrisis. Problemen waar we waarschijnlijk in geen jaren meer uit gekomen waren en heel eerlijk, problemen die ik mentaal na al mijn trauma er niet meer bij had kunnen dragen.

Heel veel dank en liefs,
Cindy & Stefan

Comments (2)



Kan ik me wel laten vaccineren?

Voor de zekerheid: ik ben voor vaccinatie en heb het in deze alleen en uitsluitend over mijn eigen persoonlijke en uitzonderlijke situatie.

Van een halve oxazepam raakte ik op hart en longen na voor twaalf extreem angstige uren geheel verlamd. Met een bloedverdunner kwam ik met een breed scala aan neurologische problemen op de eerste hulp terecht. Hoewel ik de pillen slechts vijf dagen heb geslikt, hield ik overigens nog anderhalf jaar problemen. Van een hormoonzalf superdun opgesmeerd op een klein plekje op mijn been, sloeg mijn zenuwgestel – al getraineerd door een neuromusculaire ziekte – zo op hol dat mijn evenwicht het een halve dag begaf, mijn zicht vaag werd en ik me mocht verheugen op een pijnaanval van 24 uur. Van Prednison veranderde ik van iemand met een grote hang naar leven in een suïcidaal wrak op suïcide watch.

Het zijn maar enkele voorbeelden die laten zien dat mijn lichaam en medicatie vaak niet goed samen gaan. Volstrekt willekeurig en het kan net zo goed prima gaan. Waar veel mensen omvallen van een tramadol bijvoorbeeld, voel ik me daar prima mee en anders niets. Vaker gaat het echter mis. Ik krijg precies de zeldzame bijwerkingen uit de bijsluiter of een reactie die in geen enkele bijsluiter opgenomen staat. Het komt dan ook waarschijnlijk niet zozeer door de medicatie maar door mijn lichaam. Het reageert alsof ik enorm over doseer, allergisch of intolerant zou zijn of mijn systeem medicatie te lijf gaat alsof het vergif is. Overigens niet alleen medicatie, ook allerhande soorten lijm, schoonmaakmiddelen, stoffen die in de bouw worden gebruikt en voedingsmiddelen willen vaak de gekste reacties geven. Niemand lijkt te weten hoe dit precies wordt veroorzaakt. Mijn eigen theorie (en die van de revalidatie arts) is dat veertig jaar met escalerende gezondheidsproblemen zonder een flinter zorg en extreme overbelasting een en ander in de war heeft geschopt. Of extra alert heeft gemaakt, ik vertoon nogal sterke immuunreacties.

Je zou denken dat er flink rekening mee gehouden wordt en dat is ook lange tijd zo geweest. Tot de laatste jaren. Zorgmedewerkers hebben tijd gebrek, elektronische patiëntendossiers blijken vaak een puinhoop te zijn en van de patiënt wordt eerder minder dan meer voor kennisgeving aangenomen. Steeds vaker krijg ik middelen voorgezet die ik uitdrukkelijk niet kan en mag hebben, geeft de computer bij de apotheek geen signaal af of wordt op basis van niets gedacht dat ik vast overdrijf en het ‘wel los zal lopen’. De laatste keer dat ik opgenomen was met een klein hartinfarct moest ik elke dag in conflict omdat vooral artsen horende doof en ziende blind lijken. Een soort medicatie glipte er ook bij mij doorheen met de nodige problemen tot gevolg. Het maakte me doodsbang. Wat als ik een keer niet ontzettend alert ben op wat me in een potje onder de neus of via een buisje in een infuus geduwd wordt?

Na de Mexicaanse griepprik is het ook op dat vlak een aparte aangelegenheid geworden. Hoewel het wellicht niets met de Mexicaanse griepprik te maken heeft gehad en het tijdstip ook stom toeval kan zijn, zijn er sinds dat jaar problemen ontstaan met de jaarlijkse griepprik. Van de prik ervaar ik intens de bijwerkingen en niet voor een tot drie dagen maar enige weken. De eerste twee jaar was de gedachte nog dat ik stomtoevallig al een griepje onder de leden had toen ik gevaccineerd werd  maar niet alleen bleef het zich herhalen, het hield steeds langer aan. Van anderhalf naar twee naar drie tot uiteindelijk vijf weken. Koorts, spierpijn, duizeligheid, misselijk, diarree, grieperig gevoel, heesheid, akelig voelen en daardoor een flinke dip in bestaande aandoeningen waar ik normaal al mee rond zeul. Een ‘beetje last van de prikplek’ mond steevast uit in een pijnlijke, rode en gezwollen bovenarm, Daarna heb ik het niet meer aangedurfd en is de huisarts de griepprik gaan ontraden. (Gek genoeg blijken veel meer mensen opgescheept te zitten met dit probleem, aldus mijn huisarts. We vallen niet op omdat we van de lijst gehaald worden en dus geen bijwerkingen meer melden waardoor het als zeldzaam probleem bestempeld blijft worden.)

En nu is er dan corona en (gelukkig) corona vaccins. De vector vaccins konden meteen geschrapt worden, het blijkt contra geïndiceerd te zijn vanwege een allergie voor een van de hulpstoffen. Een tijd zag het er naar uit dat ik dan niets zou krijgen. Inmiddels gloort er hoop dat ik voor het mRNA vaccin van Pfizer in aanmerking zal komen. Alleen, durf ik dat wel aan?

Het is een probleem waar ik niet uit kom. Van Pfizer zelf en in het buitenland heb ik begrepen dat het gezien mijn rijke historie aan extreme en zonderlinge reacties op medicatie wordt afgeraden het vaccin te nemen. In Nederland is dat anders. Hier worden bijwerkingen stevig gebagatelliseerd en is de redenering zonder meer ‘COVID is levensgevaarlijk dus neem het risico met het vaccin maar’. Naast het zonderlinge idee dat anafylactische shock de enige reactie is die kan optreden en verder alleen ‘milde bijwerkingen’.

Zelf zou ik normaal gesproken denken het vaccin niet te nemen om mee te kunnen varen op (enige mate van) groepsimmuniteit. Mijn omgeving wil zich massaal laten vaccineren en dat is fijn. Helaas is de vaccinatiestrategie een enorme puinhoop, vaccineren we vooralsnog jongeren tot achttien helemaal niet, blijkt de bescherming van vaccins na drie maanden vrij snel terug te lopen, gaan er al mutaties rond waar de vaccins minder goed tegen beschermen en verwacht men nog meer vervelende mutaties. Daar bovenop zitten we opgescheept met een mitigatiebeleid wat vaart op IC capaciteit. Wat inhoudt dat zolang er mensen op een IC kunnen belanden, het volkomen oninteressant gevonden wordt hoeveel het virus verspreid en wie er slachtoffer van worden of dood aan gaat. Dat is als het nog relatief ‘goed’ gaat, code zwart in de zorg staat alweer in de deuropening. Allemaal eng om als ongevaccineerde in rond te moeten lopen.

Het klinkt dus logischer om maar risico met het vaccin te nemen. Alleen welk risico neem ik? De bijwerkingen van dit vaccin zijn een stuk intenser dan van de griepprik en bijvoorbeeld vijf weken hoge koorts is niet iets waar mijn lichaam goed mee om kan gaan. Er is een goede kans dat ik allergisch ben voor PEG, de substantie waarmee het RNA deeltje in het lichaam wordt gebracht. Zo’n allergie is een contra-indicatie voor dit vaccin. Ik heb zo vaak reacties die niet in een bijsluiter staan, een nogal onzekere factor met een nieuw vaccin wat niet getest is op allerlei chronische aandoeningen. Het is bovendien niet voor niets dat de ontwikkelaar zelf het eigenlijk afraadt voor mensen zoals ik.

Andere overwegingen spelen ook mee. Bijvoorbeeld als er iets mis gaat, kan ik dan wel in een ziekenhuis terecht? Mijn zorg is al veertien maanden niet bestaand, de reguliere zorg is momenteel vrijwel geheel afgeschaald. En wat als de bescherming na drie maanden inderdaad rap afneemt of varianten zich niets aantrekken van de vaccinatie? Is het dan het risico nog wel waard eigenlijk?

Ik weet het niet, elk uur kan ik er anders over denken. Nu ben ik pas half mei of juni of later aan de beurt dus ik kan er nog even over piekeren. Maar ik betwijfel of ik tegen de tijd dat ik een afspraak kan maken, het wél weet.

Eigenlijk is het probleem dat we niet proberen in te dammen maar vol voor groepsimmuniteit gaan en het virus steeds harder door de bevolking gejaagd wordt. Een deel van de bevolking zich daar bovenop amper aan maatregelen houdt of zelfs helemaal niet in dit virus gelooft. Het daardoor steeds moeilijker word om onszelf veilig te houden voor het virus en we ook niet jaren afgeschermd van alles en iedereen kunnen blijven leven. Dus we zo gedwongen worden te vaccineren omdat dit in rampenland Nederland het enige is wat tenminste enige veiligheid biedt.

Het fijnste voor iedereen zou zijn als COVID muteert in een verkoudheid. Maar goed, het ziet er voorlopig niet naar uit dat dit zal gebeuren.

Comments (0)



Ik heb het omgekeerde van Münchhausen by Proxy meegemaakt

Twee keer eerder heb ik een poging gedaan in een blog te beschrijven wat mij van mijn vijfde tot mijn veertigste aan traumatische gebeurtenissen is overkomen. Om te merken dat de meeste mensen in mijn omgeving er eigenlijk weinig van leken te begrijpen. Waarschijnlijk kon ik het ook gewoon niet goed overbrengen. Het was te snel, ik was er zelf nog niet volledig aan uit, ik ervaarde erg veel ruis en het raakte me te diep. Het is sowieso moeilijk om vierendertig jaar intens trauma in één blog samen te vatten. En toegegeven, de titel ‘diagnose gemist’ dekt de lading eigenlijk niet goed.

Een deel van mijn omgeving lijkt in elk geval het idee te hebben dat ik rechts- of linksom sowieso ernstig ziek en arbeidsongeschikt was geworden. Dat er veel per ongeluk en zonder opzet is mis gegaan in de zorg waardoor ik erg lang de verkeerde diagnose heb gehad maar wel enige zorg gekregen zou hebben. En dat ik – in vele ogen onterecht – de schuld van mijn ziek zijn aan artsen en zorgverleners geef. Het is wel duidelijk dat mijn moeder vanuit haar post traumatische stress stoornis en mogelijk andere psychische problemen mij emotioneel en fysiek mishandeld heeft maar dat lijkt als een apart hoofdstuk gezien te worden. Wat het niet is.

Nu acht jaar na wat ik benoem als ‘de diagnoses’ – het moment in 2012 dat duidelijk werd dat ik niet mijn hele leven een aanstelster was geweest maar chronisch ziek en gehandicapt door onder andere de ziekte van Charcot Marie-Tooth – weet ik zelf beter wat me is overkomen of beter gezegd, is aangedaan.

In een zin beschreven: ik ben van mijn vijfde tot mijn veertigste slachtoffer geworden van het omgekeerde van Munchhausen by Proxy.

Om duidelijk te maken wat dat inhoudt, kan ik beter eerst twee andere termen verduidelijken. Je hebt het syndroom van Münchhausen, een psychiatrische stoornis waarbij iemand zich zelf ziek voordoet of zichzelf opzettelijk ziek maakt om aandacht te verkrijgen (van zorgverleners en omgeving). En dan is er het syndroom van Münchhausen by Proxy. Dan maakt iemand een ander ziek om zelf aandacht te verkrijgen. Doorgaans is de pleger de moeder (de proxy) die het kind of meerdere kinderen ziek maakt. De moeder krijgt op die manier aandacht door gezien te worden als moedige vrouw, strijdend voor haar kind, iemand die zoveel te verstouwen krijgt en alle empathie, steun en liefde (en soms geld) verdient die ze kan krijgen. Het ziek maken strekt vaak extreem ver en ik heb begrepen dat 6% van de kinderen het niet overleeft. Dit wordt niet gezien als psychiatrische stoornis van de moeder of pleger maar als een ernstige vorm van kindermishandeling. Voor het slachtoffer ook Medical Child Abuse of Paediatric Condition Falsification genoemd.

Omdat ik vanaf mijn vijfde jaar af beschuldigd werd van wat neer komt op Münchhausen terwijl ik in werkelijkheid ziek was, is mij precies het omgekeerde van Münchhausen by Proxy (MbP) overkomen. Slachtoffers van MbP zijn niet ziek of mankeren nagenoeg niets maar worden door de proxy gedwongen ernstige symptomen te presenteren of worden (ernstig) ziek gemaakt. Doorgaans sleept de proxy het kind mee van de ene naar de volgende zorgverlener voor onderzoeken, diagnoses, medicijnen om ook zo aandacht te genereren.

Ik vertelde over klachten en problemen, was in een aantal dingen beperkt, vertoonde afwijkingen, had (met het oog) zichtbaar vergroeiingen in mijn voeten en rug en was achteraf bezien wel al behept met een ernstige ziekte en lichte handicaps. Echter mij werd verteld dat ik problemen en klachten zou fantaseren en me bewust ‘slecht’ zou gedragen om aandacht van volwassenen te krijgen. Zonder onderzoek om ziekte uit te sluiten – dat is immers voor aanstellerij en fantasie niet nodig –  werd besloten dat ik kerngezond moest en zou zijn. Vanaf die dag werd ik gedwongen om te doen alsof ik gezond was en me een gezond persoon te voelen. Letterlijk.

Hoewel MbP een zeldzame vorm van kindermishandeling is die relatief gelukkig niet veel voorkomt, kan u zich waarschijnlijk enigszins voorstellen hoe een kind ziek gemaakt kan worden. Dat als een kind bijvoorbeeld weinig tot niet mag lopen en in een rolstoel moet zitten, de spieren vanzelf afnemen en de conditie achteruit gaat. Of dat een kind vergiftigd kan worden met medicijnen of akelige stoffen en daar ziek door wordt. Ik vermoed dat het een stuk moeilijker is voor te stellen hoe iemand tot zogenoemde gezondheid wordt gedwongen en gekneed.

Sowieso kon het omdat ik pas vijf was toen de zorg en mijn moeder hun huwelijk in hel sloten. Te jong om te begrijpen wat er gebeurde, laat staan er weerstand tegen te bieden. De basis van kinderen vormt zich in de eerste zes levensjaren. Mijn basis was nog niet goed gevormd en het mij vertellen dat ik kerngezond zou zijn, ik geen pijn en problemen kon hebben, een te rijke fantasie zou hebben en een aandachtvrager en aanstelster zou zijn, werd dus onderdeel van mijn (verknipte) basis.

Verder kan je stellen dat mijn moeder maar ook anderen er verstrekkend in investeerden. Dagelijks een half uur een oefening waarbij ik mezelf zoveel mogelijk pijn moest doen om zogenoemd mijn achillespezen op te rekken. Wekelijks naar mensendieck om drie kwartier bewegingen en oefeningen te doen die ik niet kon en een paar minuten vriendelijk verteld te krijgen dat ik het heus wel kon maar niet deed omdat ik het niet wilde. Vaak afgesloten met de vraag waarom ik niet wilde.  Therapie waar ik overigens niets beter in werd en na drieënhalf jaar is opgegeven. Daarnaast veranderde het dagelijks leven intens. Ik mocht niet meer tussendoor zitten, leunen, steunen, pauzeren of rust nemen bij activiteiten of als we ergens moesten wachten. In de tram, bus of trein – waar ik staand geen balans kon houden en in bochten vaak heen en weer geslingerd werd of door hey vehikel heen rolde – mocht ik niet meer op schoot maar moest zelfstandig blijven staan. Daarentegen moest ik wel nog meer bewegen dan ik al deed. Zwalken, struikelen, vallen, klagen, huilen (van pijn) werd bestraft. Ik kreeg een tik met of zonder preek, moest verplicht in mijn kamertje blijven om te overdenken waarom ik zo stom deed of werd een tijdje genegeerd alsof ik niet bestond. Op den duur mocht ik ook geen verdriet, boosheid of andere negatieve emoties meer laten zien. Ik was immers gezond met een stel leuke en liefhebbende ouders en een leuk leven dus had alleen het recht vrolijk en gezellig of stil te zijn, of zo werd mij verteld.

En ja, er waren ook medeplegers. Bij MbP is het veelal de moeder met behulp of wegkijken van de vader, die mishandelt. De buitenwereld ziet vaak lange tijd niet wat er aan de hand is maar denkt dat het kind echt ernstig ziek is of heeft wellicht het gevoel dat er iets niet pluis is maar kan of durft niet in te grijpen. In mijn geval werd voor een deel van de buitenwereld afgeschermd wat er thuis en in kleine kring gebeurde. Een ander deel werd erin betrokken en deed actief mee hun best. School, het buurthuis, de balletlerares en enkele buren werden ingelicht en strak geïnstrueerd. Zij gedroegen zich min of meer hetzelfde als mijn moeder deed, werden medepleger. Bijvoorbeeld als een kind hard viel met gym, kwam de gym juf kijken, gaf wat verzorging, troostte het kind en indien nodig werden ouders gebeld of een dokter bij gehaald. Als ik heel hard viel, werd op afstand geroepen dat ik niet zo stom moest doen, me niet moest aanstellen, door moest gaan of zelfs een extra rondje moest rennen om het ‘van me af te lopen’ ofzo. Een keer zakte ik twee uur na een ongelukkige val door mijn benen en kon ik niet meer staan. De juf werd boos maar dat hielp niets, ik kon echt niet meer staan. Mijn moeder werd gebeld en was nog bozer dat ze moest komen. Dat werd niet beter toen bleek dat ik zo niet met tram, metro en lopen bij het ziekenhuis zou kunnen komen en we een dure taxi moesten nemen. Daar werd geconstateerd dat met de val mijn kniebanden een beetje ingescheurd waren. Omdat ik ermee had doorgelopen alsof er niets aan de hand was, waren ze twee uur later in een keer bijna helemaal doorgescheurd. Ze waren in het ziekenhuis niet echt vriendelijk, blijkbaar dacht men dat ik zelfstandig met pijn eigenwijs doorgelopen zou zijn of iets dergelijks. Mijn moeder werd eenmaal terug buiten helemaal kwaad dat herstel lang ging duren en liet me onder een hoop verbaal geweld een kolere eind naar de bus hinken omdat ze niet weer een taxi voor me ging betalen. Waarom ik geen krukken heb meegekregen weet ik niet, misschien heeft mijn moeder ze geweigerd. Ik was elf en schaamde me hevig dat ik was gevallen en niet de tien kilometer kon hinkelen. In elk geval mocht ik er absoluut niet op staan en zat weken opgesloten thuis met een sacherijnige moeder.

In de zorg gingen er plegers weg en kwamen er andere plegers voor terug. Met de kennis van nu weet ik dat het onjuiste oordeel over vermeende aanstellerij al een dozijn keer in mijn dossier stond vermeld. Daar bovenop seinden artsen elkaar in opdat zij bij voorbaat zouden weten wat voor vlees ze in de kuip kregen. Het gevolg was dat vrijwel niets goed werd bekeken, elk teken van pijn, verdriet, angst of problemen werd opgevat als ‘dat is die aanstellerij en aandacht vragen’ en ik zo minder of geen zorg kreeg voor problemen waar anderen wel zorg voor kregen. Er werd vaak met sacherijn of gesnauw gereageerd. Of juist met overdreven empathie en geruststellende woorden dat een probleem alleen in mijn hoofd zou zitten, een verzinsel was. Die kennis van nu had ik toen niet. Ik merkte alleen dat ik niet ziek mocht zijn, geen pijn mocht hebben, niet mocht vertellen en zelden verzorging of een beetje troost kreeg geboden. Bovenal voelde ik me onzichtbaar zonder bestaansrecht.

U kan zich voorstellen – of misschien helemaal niet – dat mijn situatie niet erg opviel. Immers ik moest altijd vrolijk zijn of tenminste doen. Bovendien had ik de gedachtenkronkel opgepikt dat mensen mij alleen leuk vonden als ik vrolijk en lief was maar me een naar, akelig rotkind vonden als er een probleem (ziekte) was. Nog een reden om problemen zoveel als mogelijk te verbergen. Ik was redelijk gehard en om hulp vragen had ik snel afgeleerd. Mijn moeder manipuleerde me ook gedegen in verborgen houden. Ik hoefde bijvoorbeeld de pijnlijke oefening niet te doen als er visite was, volgens haar omdat ze dan zouden zien wat voor aansteller ik was en ze wilde me die schaamte niet aan doen. Met anderen in de buurt werd ik ongezien bijgestuurd door stiekem knijpen, in mijn oor sissen of fluisteren dat ik thuis nog wel straf zou krijgen. Dit ging ook onder het mom dat ze me niet publiekelijk voor schut wilde zetten. Ik geloofde haar en was haar heel dankbaar dat ze me ‘beschermde’ zodat niemand zou zien ‘hoe gek ik was’.

De signalen waren verder ook gemixt denk ik, wat de situatie eveneens verbloemde. De mishandeling speelde zich tot mijn elfde alleen af in verband met gezondheid en emotie. Op alle andere gebieden gingen mijn ouders voor me door het vuur. Altijd. Niemand mocht iets verkeerds over me zeggen, me onheus bejegenen of onrecht aan doen. Dan ging vooral mijn moeder compleet los en dat kwam oprecht uit haar tenen. Het maakte de mishandeling meer onzichtbaar en vooral maakte het wat mij verteld werd over mijn gezondheid voor mij heel geloofwaardig. Mijn moeder beschermde me immers als een leeuwin en zou altijd het beste met me voor hebben. Ik zag geen reden om aan haar te twijfelen en alle reden om aan mijzelf te twijfelen.

Een groep slachtoffers overleeft de MbP, de mishandeling niet. Een andere groep wordt letterlijk gered als een zorgverlener of iemand anders door krijgt wat er mis is en er ingegrepen wordt, vaak met uit huis plaatsing. Sommigen komen er pas op volwassen leeftijd achter dat het helemaal verkeerd is gegaan in hun jeugd. Ze gaan het huis uit waarna de invloed van de moeder (grotendeels) wegvalt. Ze ervaren dat ze ineens herstellen of merken op dat ze helemaal niet zo ziek zijn als ze is wijs gemaakt. Omdat bij mij niet alleen mijn moeder de pleger was, verliep dat bij mij anders.

Sowieso heb ik tot mijn veertigste gedacht, beter gezegd: was ik heilig overtuigd, dat ik de eerste achttien jaar van mijn leven fysiek gezond was en alleen iets mankeerde in mijn hoofd. Met de kennis van nu weet ik inmiddels dat ik op mijn negentiende de eerste grote achteruitgang in de progressie van de Charcot Marie-Tooth heb ervaren en er een invaliderende vitamine B12-deficiëntie bovenop kwam. Dat wist ik toen niet en kon dat ook niet weten. Dus in mijn hoofd werd ik op mijn negentiende voor het eerst ziek. Ik verborg dat de eerste jaren voor mijn ouders maar niet voor anderen en ik ging wel naar een arts. Die reageerde nog hetzelfde als volwassenen in mijn kindertijd hadden gedaan. Verbijsterend denk ik. Het bleef namelijk niet beperkt bij vertellen van klachten, ik vertoonde meetbare of zichtbare afwijkingen. Onmisbare tekenen dat ik beslist niet kerngezond kon zijn. Toch ging het mis. Alles wat geobjectiveerd en zichtbaar gemaakt kon worden werd steevast vakkundig van tafel geveegd om plaats te maken voor de aloude ‘het zit tussen uw oren’.

Zoals de opvolgende jaren mijn ziektes escaleerden en ik steeds zieker werd, zo escaleerde het gedrag van de meeste artsen mee. In de zin dat steeds ernstigere tekenen van ziekte en steeds duidelijkere onderzoek uitslagen (van de weinige onderzoeken die ik wel voor elkaar kreeg) dat er iets heel erg mis was, werden gebagatelliseerd of genegeerd. Bijvoorbeeld ergens in de twintig kreeg ik dagelijks een of meerde keren last van een volledig uitvallen van mijn evenwichtsorganen. Ik voelde dat nooit aankomen dus smakte van de ene op de andere seconde tegen de grond. Soms duurde het minuten en soms duurde het enkele uren voor mijn evenwichtsorganen hun werk weer oppakten. De eerste weken was ik overtuigd dat ik dood zou gaan. Hoewel ik de aanvallen ook in de spreekkamer kreeg en het aan oogbewegingen en spiertrekkingen blijkbaar voor artsen erg zichtbaar was, was het al een strijd om er überhaupt voor onderzocht te worden. In het AMC werd na een dag onderzoeken vastgesteld dat mijn evenwichtsorganen gezond waren maar bij de minste uitlokkende factor het geheel opgaven, niets meer deden. Een oorzaak werd niet gevonden en toen kwam het oude patroon terug om de hoek kijken. Er werd niet verder gezocht, de klachten werden gebagatelliseerd en vervolgens werd ik als oorzaak aangewezen: Hoewel het fysiek onmogelijk is, werd de gedachte bij zorgverleners dat ik iets verkeerd deed om de evenwichtsstoornissen te veroorzaken. En ik zocht maar uit hoe ik ermee leerde leven. Zonder zorg, begeleiding, therapie of advies viel er niet veel te kiezen. Ik wilde niet thuis maar gaan zitten wachten tot er een wonder uit de hemel zou vallen of ik weg zou kwijnen. Dus het enige wat ik kon doen was accepteren dat het gebeurde en proberen zo goed en kwaad als het ging mijn leven weer op te pakken. Het gevolg was dat ik jaren vrijwel dagelijks ergens tegen de grond sloeg en maar bleef liggen tot ik weer een beetje op kon krabbelen. Dus ook op straat, de weg, het station, in de collegezaal of waar ik dan ook toevallig was. Bij elke arts kaartte ik het probleem wel aan maar er werd nooit op gereageerd of het moest zijn dat ik overdreef of me aan zou stellen. Heel lullig werd het feit dat na een jaar of vier de aanvallen minder hevig werden, opgevat als bevestiging dat ik het had verzonnen en gespeeld waar iedereen bij stond. Pas op mijn veertigste zou een neuroloog mij uitleggen waarom mijn evenwichtsorganen destijds uitvielen en dat het langs de jaren ogenschijnlijk verbeterde omdat andere hersendelen (om te overleven) uiteindelijk gaan compenseren en truukjes toe gaan passen om het lichaam overeind te houden.

Dit soort ernstige symptomen stapelden zich op en al vertel ik het nu ‘makkelijk’, mijn leven werd een steeds grotere nachtmerrie. Eigenlijk was ik de godganze dag bezig angst weg te drukken, pijn en problemen zoveel mogelijk te negeren, met truukjes aan het proberen enigszins te blijven functioneren en voor bv werkgevers te verbergen dat er iets grondig mis was (wat tot ik vanuit huis kon werken altijd grondig mislukte, ik heb ook heel wat baantjes gehad). Hoe goed ik daar ook in werd, het kon niet voorkomen dat ik stukje bij beetje steeds meer van mijn leven op moest geven omdat het ook met kunst en vliegwerk echt niet meer ging. Daarnaast was het een cyclus van moed verzamelen en mezelf oppeppen tot ik weer naar de zorg durfde te stappen. Steeds meer voorbereiden, bewust worden wat ik vertelde, hoe ik het vertelde, wat ik kon doen om mezelf te bewijzen. Om telkens weer aan te horen hoe gek, stom of slecht ik was, elk probleem psychisch zou zijn, ik geen zorg zou krijgen en gedesillusioneerd, verdrietig, boos, machteloos en radeloos weer weg gestuurd te worden met niks. Zo kwam het dat ik met afgestorven en kapotte zenuwbanen en spieren, verkeerde prikkelverwerking in de hersenen, blessures, complicaties en steeds meer haperende organen en bijkomende ziekten geen enkele zorg kreeg maar beweging, sport, fysiotherapie en psychische hulpverlening voorgeschreven werd. Soms kreeg ik wel wat onderzoek en elke zorgverlener uit de GGZ heeft geprobeerd duidelijk te krijgen dat er geen psychische gronden waren voor ziekte maar ik door een specialist gezien moest worden. Dat steunde mij mentaal wel maar het hielp verder niets.

Je zou denken dat er dan wel anderen zijn om te helpen. Tot mijn vijfentwintigste was dat helemaal niet het geval, daarna heel beperkt. Organisaties en instanties varen sterk op oordelen en diagnoses van een arts. Die waren er niet dus hoefde ik ook niet op enige hulp te rekenen. Een deel van mijn omgeving zal niet goed geweten hebben wat er speelde, hoe ver het strekte of had wellicht geen idee hoe daarin te helpen. Sommigen probeerden wel te helpen maar wisten het na een tijdje ook niet meer en gaven het op. Als ik er nu op terug kijk heb ik ongelukkig veel mensen om me heen verzameld die in bepaalde opzichten op mijn moeder uit mijn kindertijd leken. Mensen die ongeacht wat ze zagen en met me meemaakten, het oordeel van artsen gebruikten om wel de lusten en niet de lasten te ervaren. Ze lieten me liggen, lachten me uit, spraken me aan op mijn zogenoemde negativiteit en vermeende doemdenken. Namen me kwalijk dat ik symptomen, klachten en beperkingen had alsof ik toneel speelde om – dat werd vooral erg duidelijk gemaakt – hun humeur en leven te verstieren. Kort gezegd was ik geliefd als schouder om op uit te huilen, praatpaal voor hun problemen, hulp als zij hulp nodig hadden, fijn en gezellig om bij te komen eten, een mooie slaapplek, lekker om te neuken en leuk om mee te lachen en op een feestje erbij te hebben. Voor de rest deed ik het maar alleen en moest ik vooral niet in de weg zitten. Of zoals zij het verwoorden, ik mocht niet ‘negatief’ zijn. Om de zoveel tijd verbrak iemand de vriendschap (die ik dacht dat er was) onder het mom dat zij niet meer toe wilden kijken hoe ik ‘mijn leven verpeste door ziek te willen zijn en te doen alsof ik ziek was’.

Vanaf mijn vijfentwintigste kwamen mijn ouders tot het inzicht dat ik (inmiddels) toch wel ernstig ziek was. Dat deed voor mij mentaal wel iets en heeft mijn ouders en mij de kans gegeven een zonderlinge maar goede band op te bouwen voor zij (relatief jong) overleden. Op mijn achtentwintigste leerde ik mijn man kennen. Hij liet me zien dat ik bestaansrecht had, steun en hulp verdiende en het niet alleen hoefde te doen. Ik durf wel te stellen dat ik het zonder hem waarschijnlijk niet had gered maar uit pure en complete uitzichtloosheid zelfdoding had gepleegd. Helaas heeft hij in de zorg en omgeving veel mee gemaakt met mij, heeft hij zelf lange tijd veel vertrouwen in de zorg verloren en is getraumatiseerd geraakt door zien wat er met mij, zijn geliefde gebeurde. Langs de weg zijn er meer mensen geweest of nog steeds bij me die me altijd hebben geloofd en wilden steunen. Het klinkt misschien rot, zo is het niet bedoeld, maar ze waren met te weinig en konden niet op tegen zoveel gitzwarte ellende en nare mensen in mijn leven.

Het is me uiteindelijk in twee etappes gelukt mezelf zichtbaar te krijgen. Op mijn zesendertigste kreeg ik een arts zover me eindelijk een vitamine B12 bepaling toe te zeggen die ook daadwerkelijk uitgevoerd werd. Er kwam een ernstig vitamine B12 tekort aan het licht en ik bleek daarnaast een onmeetbaar laag vitamine D niveau te hebben. Hoewel me toen al door een specialist verteld werd dat ik het geen jaar langer overleefd had, bleek het nog steeds niet genoeg om verder te speuren. In tegendeel, al snel werd vitamine B12 tekort bestempeld als zou het een hoax zijn, werd ik halfslachtig en onvoldoende behandeld en ging voor een deel nog sneller en harder achteruit dan de jaren ervoor het geval.

Met negendertig liep ik tegen een medisch wetenschappelijk artikel aan over neuropathie (zenuwschade) waarin in ik mijzelf zeer herkende. Zo kon ik de huisarts vertellen te denken dat ik neuropathie zou hebben om een verwijzing naar een neuroloog (de zesde in twintig jaar) te eisen. Nooit zal ik de blik in zijn ogen vergeten. De schok en de realisatie dat er in mijn leven iets compleet verkeerd was gegaan in de zorg stond er in te lezen voor ik ook maar was uitgesproken. Ik hoefde ook niets te eisen, alle alarmbellen in de zorg gingen tegelijkertijd af. Wachtlijsten werden opzij geschoven, verwijzingen en onderzoeken vlogen om mijn oren en supersnel werd ik door de medische molen getrokken. Dat duurde vier maanden (ja dat is echt supersnel voor een spierziekte en aandoeningen aan het zenuwgestel) en gedurende die tijd vielen mijn man en ik van de ene shock in de andere. Want hoewel ik rationeel wel had geweten dat er iets mis met me was en ik jaren en jaren had gestreden om mezelf zichtbaar te maken in de zorg, was mijn brein volledig verziekt en vertyft, had ik geen flauw benul meer wat normaal was en voelde ik me diep in mijn hart een aanstelster, een dramaqueen, een zwakkeling en meer van dat.

Er werd veel meer gevonden dan een beetje neuropathie dat ik dacht te hebben en ik bleek er vele malen ernstiger aan toe dan ik me had gerealiseerd. Plus dat mijn leven gebaseerd bleek te zijn op leugens en bedrog. Het werd zo intens en bizar dat ik kwaad werd op de specialist die vertelde dat ik mijn hele leven al behept was met een erfelijke, progressieve spierziekte waarbij de lange zenuwbanen steeds verder afsterven en daarom de spieren eromheen ook kapot gaan. Dat kon toch niet waar zijn? Ik was al negenendertig! Het kostte veel tijd en uitleg van meerdere specialisten om me te overtuigen dat ik geen aanstelster was en een beetje ziek maar mijn hele leven al ziek en gehandicapt was geweest. Volgens hen was het een wonder dat ik nog wankelend doch rechtop stond. Voor mij was het alsof de grond onder mijn voeten werd weggetrokken en de hemel op mijn hoofd was gekwakt.

Dit is wat me is overkomen. Geen ‘kan gebeuren’ en ‘het blijft mensenwerk’. Het omgekeerde van Münchhausen by Proxy. Evengoed mishandeling en dat het grootste deel van mijn leven. De ziekte van Charcot Marie-Tooth verloopt veelal traag, een vitamine B12 deficiëntie kan behandeld worden zonder schade of problemen te geven en dat was bij mij ook zo geweest. Als ik maar gezien was, vanaf het begin of tenminste tien jaar eerder dan op mijn negenendertigste. Ik heb niet de pech gehad om ziek te worden. Het is de mishandeling op zoveel vlakken en het complete gebrek aan zorg die me vele malen zieker en gehandicapt heeft gemaakt, bijna alles in mijn leven heeft afgenomen en me mentaal tot de grond toe heeft afgebroken.

Ja ik ben acht jaar verder. En ja, met bloed, zweet en tranen ben ik op mentaal vlak deels terug opgekrabbeld. Geheel goed zal het niet komen. De fysieke schade van de jaren is permanent en de ziekte van Charcot Marie-Tooth bovendien progressief. Mentaal komt het ook niet compleet in orde, dat kan ook niet. Ik heb er een ernstige complexe post traumatische stress stoornis aan overgehouden. En hoewel ik veel kan leren, kan ik mijn opgroeien niet over doen. Ik hoop dat ik door er over te schrijven, het eindelijk te kunnen en mogen delen, wel wat verder op te krabbelen.

Comments (14)



Mijn gezondheid is geen discussiestuk

Mensen lijken soms te denken dat discussie rond vitamine B12 tekort alleen dat is: een discussie. Waarin de “dat is jouw visie” en “daar kunnen we over van mening verschillen” me nog wel eens om de oren vliegt.  Waarbij men soms lijkt te menen dat ik er wel eens wat minder fel in mag staan, het me niet zo persoonlijk aan zou moeten trekken en er ruimte zou zijn voor het sluiten van compromissen. Kortom: alsof het belangrijker is wat mensen doen, zeggen en geloven dan wat de stand van de wetenschap is en degenen die het hardste schreeuwt of het meest sarcastisch uit de hoek weet te komen de discussie ‘wint’.

Buiten dat medische wetenschappelijk vastgestelde feiten geen ruimte kennen voor een discussie op onderbuikgevoelens en paradoxale visies, is het voor mij ook niet zomaar een discussie. Ik heb jarenlang met een ongezien vitamine B12 tekort aan moeten modderen. Daar ben ik even zoveel jaren dood- en doodziek van geweest. Dan hebben we het niet over ‘niet helemaal lekker in mijn vel zitten’ of een ‘dipje’ maar over anderhalf A4 aan gezondheidsklachten. Van structureel verhoging en koorts tot meerdere malen per week diarree, van een huid vol rode, schilferende, verheven en jeukende plekken tot cognitieve problemen, van tintelingen en prikkels in ledematen tot pijn van vastgestelde beschadiging van mijn zenuwbanen en nog veel klachten meer. Uiteindelijk was ik vaak niet meer in staat de conditioner uit mijn haar te spoelen omdat ik mijn armen niet meer kon optillen, kon ik niet op woorden komen en plaatste woorden verkeerd in de zin, smakte ik regelmatig tegen de grond en eindigde ik tweemaal op de hartbewaking met een (gelukkig klein) onverklaarbaar hartaanval.

Na de start met vitamine B12 injecties, zijn – op enige permanente schade na – sommige klachten snel en de overige klachten na verloop van tijd geheel verdwenen.  En als er al twijfel had bestaan of dit het positieve effect van de vitamine B12 injecties was; de twee keren dat een arts vanuit een zogenoemde ‘eigen visie’ en gebrek aan kennis de hakbijl in mijn behandeling heeft gezet, keerden de klachten in omgekeerde volgorde dat ze waren verbeterd, simpelweg weer terug. Om de hemel zij dank weer te verbeteren zodra het behandelprotocol terug opgepakt werd. Een resultaat wat niemand bij zijn gezonde verstand af kan doen als placebo effect.

Dus ja, zogenoemde discussie over vitamine B12 tekort en vitamine B12 tekort patiënten trek ik mij zeer zeker persoonlijk aan. Omdat zowel de medische wetenschap achter dit onderwerp als mijn gezondheid geen discussiestuk vormen om een regenachtige zondag middag mee te verdrijven.

Overigens hoeven mensen mij niet op mijn groen/grijze ogen te geloven. Voor informatie kunt u hier en hier terecht. En een rondje pubmed verricht trouwens ook wonderen om kennis bij te spijkeren.

Comments (13)



Trauma op herhaling, dankjewel zorg in Nederland

Vanmiddag aan de telefoon met de huisartsassistente realiseerde ik het me plotseling. Ik zit opnieuw in dezelfde nachtmerrie waar ik voor 2012 maar liefst vierendertig jaar lang in heb geleefd en een flinke post traumatische stress stoornis van heb opgelopen. Mijn gezondheidsproblemen lopen sinds maanden op, er zijn drie ernstige afwijkingen gevonden in verband met bestaande vitamine deficiënties (door opnameproblemen) die de gezondheidsproblemen vermoedelijk verklaren, de artsen geven toe gebrek aan kennis over dit onderwerp te hebben en dus doen ze helemaal niets. Geen vervolg onderzoek, geen advies, geen verwijzing. Niets anders dan “tja je moet maar kijken hoe je dat kan oplossen” of “je moet maar een specialist zoeken die de benodigde kennis wel heeft”.

Of eigenlijk doen zij wel wat. Ze weigeren zich te informeren, kennis te vergaren, een collega te raadplegen of een specialist te zoeken die mij wél verder kan helpen. Het laboratorium van het ziekenhuis weigert vanaf vandaag de huisarts en dus mij een flink aantal testen, die mogen in het vervolg alleen nog door een specialist worden aangevraagd. Welke specialist weet dan weer niemand. Bovendien hebben ze uit budgetaire overwegingen doch zonder medische redenen besloten dat de drie maandelijkse controle – die volgens protocol bij mijn behandeling hoort  – terug geschroeft wordt naar halfjaarlijkse controle. Alsof ik met minder controles toe kan op het moment dat er stevige afwijkingen zichtbaar zijn die – jawel, onder strikte controle – opgelost dienen te worden(!?). En denkt u ook niet dat de zorg aanzienlijk duurder wordt op het moment dat een specialist ingeschakeld wordt om hokjes op formulieren aan te kruisen voor een huisarts??

Zorgmedewerkers reageren verder inmiddels lakoniek en soms enigszins sarcastisch, als ik door blijf vragen om hulp en zorg worden ze geërgerd tot boos. Ik krijg boze preken dat de zorg nu eenmaal zo in elkaar zit en de arts het “ook moeilijk” vindt. Alsof het volkomen logisch en gerechtvaardigd is dat zij onder prima betaling mij met gezondheidsproblemen en zonder zorg weg sturen. Alsof het volkomen onterecht en onrechtvaardig zou zijn dat ik naar aanleiding van gezondheidsproblemen en onderzoeksuitslagen vraag om hulp om nodige zorg te verkrijgen.

Al maanden houd ik mij rustig, blijf ik vriendelijk, heb ik me afwachtend en afhankelijk opgesteld, heb ik mijn uiterste best gedaan om met een positieve blik richting de zorg te blijven kijken. Kortom, heb ik mijn post traumatische stress stoornis die ik aan vierendertig jaar misere in de zorg heb overgehouden, stevig kunnen onderdrukken. Tot vanmiddag de dam brak. De paniek door me heen golfde, al mijn alarmbellen aan gingen en mijn overlevingsmodus inschakelde.

Volkomen absurd lijkt dit mijn geluk te zijn. Compleet ondersteboven van zorgelijke angst, getriggerd door een hoofd vol flashbacks en in paniek omdat de huisartsassistente kwaad op mij werd terwijl de zorg voor mijn neus werd afgekapt, kreeg ik tegen mijn natuur en gewoonte in een ontzettende huilbui. En blijkbaar is het zover gekomen in de wereld … dat hielp!

Ineens drong tot haar door dat ik volkomen klem zit en dit op geen enkele manier zelf kan oplossen.  Dat ik zorg nodig heb. Echt heus geen specialisten uit mijn mouw kan schudden om naar verwezen te worden en niet spontaan als door een wonder zomaar weer gezond zal worden. En zo kreeg ze door het horen van mijn gesnotter een idee. Ze wist de naam van een MDL-arts. Iemand die waarschijnlijk ook weinig weet van de problemen waar ik mee kamp maar tevens de uitzondering op de regel is: Iemand die bereid is zich in te lezen en verder te puzzelen, die bereid is meer stappen te zetten dan het oerwoud aan bureaucratie – in Nederland ook wel zorg geheten – nodig acht. Beetje vreemd moest ik na het noteren van de naam en een ongemakkelijke stilte, zelf vragen of ik daar dan een verwijzing voor kan krijgen. Gelukkig bleek dat geen probleem te zijn.

Nu mag ik dus blij zijn dat ik ben verwezen en moet ik hopen dat deze mijnheer bereid is ‘extra stappen’ te doen en me werkelijk te helpen. Met problematiek die zo ingewikkeld en complex niet is als men zich een avondje goed inleest. Immers als ik het begrijp, is dat voor een arts toch zeker goed te doen. Ondertussen zit ik al opgesloten in mijn post traumatische stress hoofd en hebt ik de grootst mogelijke moeite de goede moed erin te houden. We zullen het zien.

Wellicht denkt u dat ik niet in zie dat er toch een mooie oplossing is geboden. Bedenk dan dat deze oplossing niet afkomstig is van een arts of specialist maar een persoonlijke geste van een lieve huisartsassistente. Zij heeft van een patiënt met een geheel andere aandoening dan ik mee worstel, gehoord dat deze arts zo’n vriendelijke man is en zo goed geholpen heeft. Een verwijzing op basis van een vermoeden van sympathie dus, in de hoop dat het voor mij misschien ook goed kan uitpakken als we de mitsen en maaren negeren. Dat biedt enige hoop maar niet voldoende om een post traumatische stress stoornis in rook te doen opgaan.

Comments (5)



Dit moet ik even kwijt: zorg zonder uitweg

Omdat van me af schrijven voor mij de beste manier is om verleden te plaatsen en los te kunnen laten, ga ik u de komende periode even lastig vallen over verschillende dingen die mij dwars zitten aan mijn medische verleden en meer oud zeer.

Ooit kwam – ondanks het feit dat ik al tientallen jaren intolerant ben voor alcohol – door een vergissing van een therapeut bij het GGZ in mijn dossier terecht dat ik alcoholiste zou zijn. Een vergissing die tot mijn verbijstering niet meer ongedaan gemaakt leek te kunnen worden. Legde ik uit intolerant te zijn voor alcohol dus nooit te drinken, werd dat opgevat als ‘ontkenning van problemen’. Onder het principe dat mensen in ontkenning van hun drankprobleem tegen zichzelf beschermd moeten worden, mochten zij mij het recht ontzeggen mijn dossier op dat punt in te kijken of aan te passen. Ik zou mijn dossier dus alleen nog in mogen kijken als ik toegaf alcoholiste te zijn, wat ik niet was dus logisch verdomde. En zo werd een domme verwisseling van gegevens door een ander, een probleem wat ik zelf niet kon oplossen. Dat ik zichtbaar problemen had met mijn spieren en evenwicht, maakte de zaken er uiteraard niet beter op.

Hetzelfde euvel treft mensen waarvan fysieke problemen onterecht worden geschaard onder ‘het zal wel psychisch zijn’. Een patiënt kan zelden zelfstandig bewijzen dat er fysiek iets mis is. Weigert deze psychische hulp, dan wordt dat gezien als valse ontkenning wat tevens bevestigd dat er sprake moet zijn van psychische problemen. Gaat de patiënt dan maar in op aangeboden psychische hulp, is dat eveneens een bewijs dat problemen psychisch zijn. Helpt de therapie met of zonder antidepressiva vervolgens niet, krijgt de patiënt de schuld van het falen. Voor je het weet heb je tien therapeuten versleten en ben je geen stap verder gekomen.

Zit je als patiënt maar lang genoeg in deze cirkelredenering opgesloten, kan ik u verzekeren dat er vanzelf psychische problemen van komen. Niemand blijft optimistisch en vrolijk rond huppelen als er sprake is van ziekte en beperkingen waar geen hond interesse voor toont, de zorg achteraan. Ga dan maar uitleggen dat de psychische problemen niet vooraf gingen aan fysieke symptomen maar feitelijk gevolg zijn van het onbenul van een arts waar je op dit moment tegenaan zit te praten. Nee, dat komt inderdaad niet snel meer goed …

Kan het ook gebeuren dat psychische problemen als neerslachtigheid of depressie symptoom is van een fysieke aandoening. Tja, dan ben je helemáál in de aap gelogeerd.

Het vreemde is dat ik gedurende de tijd dat ik fysieke problemen had waar geen juiste diagnose voor kwam, onnoemelijk veel naar de psychische hulpverlening in allerlei vormen en maten ben gestuurd. Maar nu ik met terugwerkende kracht de juiste diagnoses heb, geen hulp kan krijgen voor de psychische problemen ten gevolge van het zo laat stellen van deze diagnoses en alles wat er bij komt kijken. Nogal de boel op zijn kop nietwaar. Gelukkig hebben de revalidatie therapeuten zich opgeworpen als fijne maatschappelijk werkers en ben ik sowieso al aardig aan het opkrabbelen.

Het vermeende alcoholisme is overigens uiteindelijk verwijderd. Dreigen met een klachtenprocedure had daar niets mee te maken, aldus de therapeut. 

Comments (7)



Dit moet ik even kwijt: het verloop

Omdat van me af schrijven voor mij de beste manier is om verleden te plaatsen en los te kunnen laten, ga ik u de komende periode even lastig vallen over verschillende dingen die mij dwars zitten aan mijn medische verleden en meer oud zeer.

Misschien handig om dan ook mijn medisch verleden weer te geven, is het wellicht wat duidelijker waar het eigenlijk over gaat. Heb geprobeerd het zo beknopt mogelijk te houden.

Augustus 1992 kreeg ik drie weken lang veertig tot eenenveertig graden koorts door griep of mogelijk pfeiffer. De koorts ging er af maar een aantal verschijnselen bleef hardnekkig voortbestaan. Mijn bioritme verschoof ver de nacht in, voor drie uur ‘s nachts viel ik met geen mogelijkheid in slaap, voor tien uur in de ochtend kreeg ik mezelf niet wakker.  Eigenlijk bleef ik me sowieso vermoeid door de dag heen slepen, hoeveel ik ook geslapen had. Er verscheen een scherm met vlekken voor mijn ogen, mijn lichaamstemperatuur bleef structureel te hoog en ik bleef kwakkelen met de ene keelontsteking na de andere oorontsteking.

Daarna kwamen er met de jaren steeds meer klachten en symptomen bij, die bovendien in  steeds absurder en extremere vorm aan kwamen waaien. Ik raakte intolerant voor alcohol en kreeg een scala aan allergische reacties van medicatie tot schoonmaak middelen. Binnen een jaar moest ik acht keer naar de oogarts met bindweefsel ontsteking in beide ogen en sowieso bleef het bindweefsel onrustig. Had ik al vanaf mijn negentiende zonne allergie, kwam er een palet aan huid aandoeningen met onduidelijke oorzaak bij. Mijn motoriek verslechterde en ik kreeg steeds meer pijn klachten in voeten, benen en handen. Mijn lichaam werd zo stram dat ik moeite kreeg met schrijven en na activiteit zwollen mijn handen en soms mijn gezicht op. De keel- en oorontsteking raakten vervangen voor griep, longontsteking en infecties en ik kreeg onverklaard astma. Met dit alles ging mijn concentratie en geheugen zienderogen achteruit. Het werd steeds moeilijker nog een beetje te  functioneren.

Toen viel op een dag in een fractie van een seconde mijn evenwicht weg. Letterlijk, mijn evenwichtsorganen begaven het een of meerdere keren per dag compleet voor enkele minuten tot uren en de jaren erna heb ik overal en nergens vloeren, straattegels en plaveisel van dichtbij moeten bestuderen. Dat gaf vooral in het begin allerlei ongelukken, van valpartijen en blauwe plekken tot brandwonden als ik een aanval kreeg terwijl ik toevallig stond te koken. Ik kreeg moeite met inschatten van diepte en de snelheid van naderende objecten en het gevoel in mijn voeten leek vrijwel weg te raken terwijl sommige delen extreem gevoelig werden.

Net toen ik hier een beetje aan ‘gewend’ begon te raken, besloten de spieren in mijn benen op te spelen. Er leek absurd snel verzuring op te treden, ik kreeg verzwakkingen en steeds vaker vielen de spieren in de enkels een paar seconden uit. Had ik altijd al moeite gehad met lang staan en lopen, kreeg ik nu ook problemen met kortere stukken. Ik liep de ene blessure na de andere op van nagenoeg niets. Menig stokoude bejaarde leek het in alle opzichten beter te doen dan ik.

De klachten escaleerden nog verder en uiteindelijk – we zijn dan ruim vijftien jaar verder – was er weinig van me over. Er waren zoveel klachten op elkaar gestapeld, dat de korte opsomming niet meer op een A4 paste. Ik had geen flauw benul meer hoe het zou zijn om energiek wakker te worden en voelde me bijzonder gezond als me een maand lang extra ziektes als griep of ontstekingen bespaard bleven.  Studies, werk, hobby’s en sociaal leven waren al lang gesneuveld, ik was gereduceerd tot een slechte huisvrouw met een weblog die op straat stond te kotsen als ze een wandeling naar de stad had gemaakt.

Dit is wat (te) veel artsen en daardoor instanties en omgeving twintig jaar – tot de juiste diagnoses kwamen – weinig tot niet serieus hebben genomen. Ondanks klachten die zichtbaar waren, ondanks het feit dat vele klachten geobjectiveerd werden door middel van onderzoek en ondanks dat vele keren vast kwam te staan dat dit geen gevolg kon zijn van door artsen veronderstelde psychische problemen. Weggeredeneerd omdat er niet makkelijk een oorzaak gevonden kon worden, bestempeld tot vage klachten omdat men het niet snel kon verklaren, naar een ander geschoven omdat men er zelf niets mee kon of afgeserveerd met ‘het zal tussen de oren zitten’ zodat niemand er een nacht slaap over hoefde te verliezen.

Eind 2008 kreeg ik het voor elkaar een vitamine B12 bepaling te laten doen en bleek ik een ernstig tekort te hebben aan deze vitamine. Met de eerste injectie voelde ik me Alice in Wonderland. De mist in mijn brein trok op, ik ging sneller praten maar ook sneller lopen, raakte instant positiever en tot ieders schrik was het zelfs uiterlijk zichtbaar omdat de stand van mijn ogen veranderde alsof ik ter plekke een kleine facelift had ondergaan. Na verloop van tijd verbeterde er meer. De huid aandoeningen verdwenen, mijn lichaamstemperatuur keerde terug naar normaal, het scherm met vlekken voor mijn ogen trok grotendeels weg en – ik durf het bijna niet te zeggen – ik ben zelden nog verkouden of grieperig en ben ruim een jaar ontstekingsvrij gebleven.

Helaas werden andere verschijnselen alleen erger. Mijn evenwicht en coördinatie gingen er enigszins op achteruit, mijn spieren in benen en armen werden alleen maar slechter en ik kreeg er pijnsteken en  stuipen bij. De gevoelsstoornissen in mijn voeten werden zo hevig dat ik enerzijds niet eens meer voelde of ik sokken en schoenen aan had of niet maar anderzijds een vluchtige aanraking extreem pijnlijk werd. Een groot deel van de vermoeidheid bleef bestaan, alsook het verschoven bioritme.

Deze klachten werden begin dit jaar verklaard met de diagnose HMSN (een neurologische spierziekte) en polyneuropathie (schade aan de zenuwbanen) door een te lang ongezien en slecht behandeld vitamine B12 tekort. Dit zal niet meer verbeteren, de HMSN is progressief. Daarnaast heb ik nog allerlei restverschijnselen overgehouden, waarschijnlijk omdat ik er zo lang mee heb moeten aanmodderen en achteraf gezien structureel overbelast ben geweest.

Comments (13)



CVZ en de (manipulatieve?) interpretatie van onderzoeksgegevens

Wat mij nogal bevreemde in het advies van het College van Zorgverzekeringen (CVZ) met betrekking tot het niet meer vergoeden van medicatie voor de ziekte van Pompe en ziekte van Fabry, is dat verklaard werd dat de medicatie na jarenlang gebruik vrijwel geen verbetering in kwaliteit van leven zou geven en amper levensverlengend genoemd zou kunnen worden. Vreemd, omdat medicatie die vrijwel geen effect sorteert altijd vanzelf weer van de markt afgevoerd wordt ongeacht de kosten, als ze de markt überhapt al hebben weten te halen met zulke magere resultaten. Vreemd ook omdat je je toch niet voor kan stellen dat zieken vrijwillig stad en land afreizen om tientallen jaren vier tot vijf uur per twee weken geduldig aan een infuus te gaan voor volgens het CVZ een verbetering van niets.

Gisteren in Nieuwsuur volgde opheldering op deze punten. Het CVZ blijkt uitsluitend gerekend te hebben met gemiddelden. De ene patiënt schiet weliswaar niets op met de enzym therapie, de andere patiënt kan flink baat hebben bij de medicatie. Gelijktijdig was bij de NOS te lezen dat er nogal wat onduidelijkheid is over genoemde bedragen, waarbij de indruk wordt gegeven dat het CVZ hier dan weer niet uit is gegaan van gemiddelden maar gespeerd heeft op het hoogste bedrag mogelijk in dit verband. En zeg nu zelf, patiënten die een middel van meer dan 400.000 krijgen waarmee ze hooguit 28 meter verder kunnen lopen en/of twee maanden langer kunnen leven klinkt heel anders dan mensen die een middel van 250.000 euro per jaar krijgen waardoor zij dusdanig verbeteren dat ze enigszins mee kunnen draaien met het maatschappelijke en soms werkende leven en vele (tientallen) jaren langer hiermee door kunnen leven.

Helaas, de discussie is al uit de startblokken. Met een dusdanige valse start dat je zou kunnen denken dat hier een aardig stukje manipulatie is in gezet om een zekere uitkomst te bereiken…

Comments (6)



Dure medicijnen op de schop

In feite gebeurd het al veel langer, een kosten baten analyse voor het wel of niet vergoeden van medicijnen of medische ingrepen. De discussie is alleen nu publiekelijk op scherp gezet door een advies van het College van Zorgverzekeraars (CVZ). Zij gaan de minister van Volksgezondheid adviseren dure enzymtherapie voor de ziekte van Pompe en de ziekte van Fabry uit het basis pakket te halen, omdat zij menen dat de baat (vertraging van de aandoening, een iets betere kwaliteit van leven en iets langere levensduur) niet opweegt tegen de hoge kosten van het middel. Aangezien deze medicatie voor de ziekte van Pompe (83 patiënten) tussen de 400.000 en 700.000 euro per patiënt per jaar kost en voor de ziekte van Fabry (60 patiënten) neerkomt op 200.000 euro per patiënt per jaar, betekent dat in de praktijk dat deze mensen geen gebruik meer zullen kunnen maken van deze therapie met alle persoonlijke gevolgen van dien.

Afgezien van de afschuwelijke gevolgen voor deze groep patiënten en een wel zeer ongelukkig moment voor deze discussie –  nu telkens weer blijkt dat verspilling in de zorg in de miljarden loopt – verbaas ik me nogal over de focus. “Iedereen heeft recht op zorg, maar bij een begrensd zorgbudget hebben patiënten met een ernstige ziekte niet meer recht op zorg dan andere patiënten (…)“. Alsof de patiënt het probleem is en niet het feit dat de medicatie absurd kostbaar is en blijft(!). Waarom niet eerst of tenminste ook kijken naar de farmaceutische industrie waar zorg om de patiënt soms ver te zoeken lijkt?

Hoewel het op 21 september nog mogelijk is voor verschillende organisatie te reageren op dit advies, is het waarschijnlijk dat het advies onaangepast zal blijven. Eveneens is het waarschijnlijk dat het advies van het CVZ zal worden overgenomen door de minister. En dan is het tevens waarschijnlijk dat er vervolgens meer medicatie het raam uit zal gaan. Nu gaat het nog om zeldzame aandoeningen maar het zou zomaar het begin van het eind kunnen zijn … 

 

Comments (13)



Hoei, een handicap in beeld

Wie komt op voor Benthe Samsom?’ Columnist Luuk Koelman blijkbaar. Ofschoon ik me afvraag of het niet van de regen in de drup is.

En nu is daar Diederik Samsom. Hij schuift in zijn PvdA-reclamespot zijn tienjarig dochtertje Benthe naar voren. Benthe is gehandicapt, en voor haar doet Samsom het allemaal. Hij vertelt niet wát haar handicap is, maar wie even googelt, ontdekt dat Benthe al enkele maanden een belangrijke pion is in het PvdA-verkiezingscircus. Heel Nederland moet weten dat zij een hersenafwijking heeft waardoor zij onder meer spastisch is aan de linkerzijde van haar lichaam. 

(…)

Wat mij zorgen baart, is hoe Benthe wordt gevormd door dit spotje. Zal zij later, als volwassen vrouw, zeggen: “In de Tweede Kamer had papa altijd de mond vol over hoe voorzichtig we moeten zijn met het uitwisselen van medische gegevens, maar voor mij golden die bezwaren blijkbaar niet?” Hoe zal bijvoorbeeld haar zoektocht naar werk verlopen, nu papa haar complete ziektebeeld aan de grote klok heeft gehangen?

Nou denk ik zomaar dat een werkgever ook zonder politieke campagne wel zal merken dat Benthe een hersenafwijking heeft met onder andere spasmes aan de linkerzijde van het lichaam tot gevolg. Zo’n jonge vrouw die binnen drie minuten na binnenkomst per ongeluk tegen het bureau schopt en de koffie omver smijt, dat loopt toch wat in de gaten nietwaar? Bovendien vallen dit soort handicaps al snel onder ‘arbeidshandicap’ en in deze maatschappij is het dan gebruikelijk, zo niet verplicht dat bij de sollicitatie te melden. U weet wel, door beschaafde mensen zeer respectvol aangeduid als ‘iemand met een vlekje’.

In mijn ogen is het probleem ook eigenlijk niet dat Diederik Samsom over de handicap van zijn dochter vertelt. Of dat hij met haar – en zijn zoon, maar die is niet gehandicapt dus dan ‘mag’ het – zieltjes probeert te winnen voor zijn partij. Het probleem is dat wij in een maatschappij leven waar men niet over een handicap of ziekte wil horen. Gehandicapt zijn, doe je maar in je eigen vrije tijd. Stiekem. Verstopt achter de voordeur. Ow wee als iemand er toch achter weet te komen. Dan volgen er consequenties, een mooi woord voor ‘straf’. Wil geen werkgever je hebben, vindt iedereen je ‘zielig’ en ‘sneu’ maar moet je zelf extra positief in het leven staan en mag je je de rest van je leven verantwoorden omdat je ‘zoveel kost’.

En mag je niet in een politiek spotje…

 

Comments (24)



Page 1 of 2

Powered by WordPress & theme based on Lovecraft